Voor een klant kan het interessant zijn om keuze te hebben tussen verschillende aanbieders voor zijn breedbandconnectie. Een glasvezelnetwerk kan dan ook gedeeld worden tussen verschillende operatoren: hiervoor moet de operator die het glasvezelnetwerk uitrolt toegang geven aan andere operatoren tot zijn netwerk. Soms is hij hiertoe verplicht (bijvoorbeeld door het BIPT), maar de operator kan ook vrijwillig dit soort commerciële contracten met andere operatoren aangaan.
Belangrijk hierbij is dat het soort glasvezelnetwerk ook vaak een impact heeft op het soort toegang, zoals ook reeds aangehaald op de pagina over de soorten van glasvezelinfrastructuur.
Er zijn twee soorten toegang:
Passieve toegang houdt in dat een andere operator rechtstreeks toegang heeft tot de glasvezel naar de eindklant en dat hij dan zelf zijn apparatuur installeert. Deze toegang biedt de grootste vrijheid en flexibiliteit aan de andere operator om zijn eigen diensten aan te bieden. Dit soort toegang is enkel mogelijk op een point-to-pointglasvezelnetwerk, omdat alleen daar elke klant zijn eigen glasvezel heeft.
Actieve toegang houdt in dat de glasvezeloperator een andere operator toegang geeft tot een dienst over de glasvezel, waarvoor ook de apparatuur van de glasvezeloperator gebruikt wordt. Vaak verloopt de toegang tot zo een dienst dan eerder op een centraal punt (waar het verkeer van de verschillende klanten verzameld wordt) dan in het verdeelpunt van het glasvezelnetwerk. Voor kleinere operatoren kan dit dan ook een voordeel zijn. Het nadeel is dat dit soort toegang minder vrijheid en flexibiliteit biedt aan de andere operatoren in de keuze van welke diensten zij aanbieden aan de eindklant en van de gebruikte apparatuur: zij zijn afhankelijk van wat de glasvezeloperator aanbiedt. Actieve toegang is mogelijk op alle types glasvezelnetwerk.