Term | Uitleg |
---|---|
5G |
5e generatie van mobiele netwerken, de opvolger van het huidige 4G-netwerk die nog sneller mobiel internet mogelijk maakt. |
Actieve toegang |
Bij actieve toegang heeft een andere operator toegang tot het netwerk van de aanbiedende operator (meestal op een centraler gelegen interconnectiepunt) waarbij apparatuur van de aanbiedende operator betrokken is. Dit in tegenstelling tot passieve toegang, zie “passieve toegang”. Meer informatie is te vinden op deze pagina. |
Backbone |
Backbone (letterlijke vertaling “ruggengraat”) is het deel van het communicatienetwerk dat de belangrijkste knooppunten verbindt en waarlangs alle gegevens van de subnetwerken die op de backbone aangesloten zijn met zeer hoge snelheden doorgestuurd worden. Synoniemen zijn core- of kernnetwerk. |
Backhaul |
Backhaul is het deel van het communicatienetwerk dat het toegangsnetwerk (dat de eindgebruikers bereikt) verbindt met het kernnetwerk (core of backbone) |
Bandbreedte |
De bandbreedte van een verbinding geeft de maximale snelheid aan van de gegevens die erover verstuurd kunnen worden. Bij een internetverbinding is deze typisch opgesplitst in downstream (de snelheid waarmee gegevens in de richting van de eindgebruiker verstuurd kunnen worden) en upstream (de snelheid waarmee gegevens in de richting van het internet kunnen verstuurd worden). |
BCRD |
BCRD of Broadband Cost Reduction Directive is een Europese richtlijn die maatregelen bevat om de uitrol van netwerken te faciliteren. Meer informatie is te vinden op deze pagina. |
BEREC |
BEREC of Body of European Regulators for Electronic Communications is de vereniging van Europese telecomregulatoren. |
bit |
Een 0 of een 1; digitale signalen zijn opgebouwd uit bits. |
Bluetooth |
Een draadloos protocol voor het uitwisselen van data tussen apparaten op korte afstand |
Coaxnetwerk |
Een coaxnetwerk of een kabelnetwerk is het netwerk van een kabeloperator (Telenet, Voo of Brutélé): dit is het vroegere televisiedistributienetwerk waarop nu meestal ook internetdiensten mogelijk zijn. Meer informatie is te vinden op deze pagina. |
Connectivity toolbox |
De connectivity toolbox komt voort uit een Europese aanbeveling en bevat goede praktijken om de uitrol van VHCN en 5G te versnellen. Meer informatie is te vinden onderaan deze pagina. |
Corenetwerk |
Zie backbone. |
Downloadsnelheid of downstreambandbreedte |
De snelheid waarmee gegevens van het internet tot bij de gebruiker gebracht worden (meestal uitgedrukt in Mbps of Gbps). |
EECC |
De European Electronic Communications Code of het Europees wetboek voor elektronische communicatie is een Europese richtlijn die tal van Europese bepalingen bevat over telecomnetwerken. Meer informatie is te vinden op deze pagina. |
Fiber |
Fiber is de Engelse benaming voor glasvezel, volgens de Amerikaanse spelling. |
Fibre |
Fibre is de Engelse benaming voor glasvezel, volgens de Britse spelling. |
FTTA |
FTTA of Fibre To The Antenna: glasvezel tot aan de antenne. |
FTTB |
FTTB of Fibre To The Building: glasvezel tot in het (appartements)gebouw. |
FTTC of FTTCb |
Fibre To The Cabinet: glasvezel tot aan de straatkast (“cabinet”). Dit kan ook staan voor Fibre To The Curb: hierbij komt de glasvezel nog tot een dichterbij gelegen verdeelpunt aan de eindgebruiker |
FTTH |
FTTH of Fibre To The Home: glasvezel tot in de woning van de eindgebruiker komt. Meer informatie is te vinden op deze pagina. |
FTTO |
FTTO of Fibre To The Office: glasvezel tot in het kantoor. Meer informatie is te vinden op deze pagina. |
FTTx |
FTTx of Fibre To The X is een verzamelnaam voor telecomnetwerken die tot aan een bepaald punt (x) uit glasvezel bestaan. Meer informatie is te vinden op deze pagina. |
Gbps |
Snelheden op het internet worden aangeduid in aantal bits per seconde (bps). Gbps staat voor gigabit per seconde oftewel 1 miljard bits per seconde. |
Gigabitnetwerk |
Een netwerk dat internetsnelheden van 1 Gbps mogelijk maakt (download/upload). |
HFC |
Hybrid Fibre Coax is het televisiedistributienetwerk waarbij de kern van het telecomnetwerk uit glasvezel bestaat, en de verbindingen naar de eindklanten coaxverbindingen zijn. Zie ook “coaxnetwerk”. |
In the cloud |
“In the cloud” betekent dat de opslag van bestanden of het uitvoeren van bepaalde programma’s op het internet (of op internetservers) gebeurt, en niet lokaal op eigen computers. |
Kabelnetwerk |
Zie coaxnetwerk. |
Kernnetwerk |
Zie backbone. |
Kopernetwerk |
Een kopernetwerk is het vroegere telefonienetwerk (in België van Proximus) waarop nu meestal ook internetdiensten mogelijk zijn. Meer informatie is te vinden op deze pagina. |
KVD |
Kabelverdelers: de straatkasten ("cabinets") gebruikt door Proximus van waaruit de koperkabels naar de eindklanten vertrekken. |
Latentie |
De vertraging op een connectie. Een lage latentie kan zeer belangrijk zijn voor realtime videobellen, gamen of telefoneren. |
Led |
Een led of Light Emitting Diode is een soort lichtbron. Leds worden gebruikt om bits door te sturen door middel van lichtpulsen. |
LEX |
Local Exchange: dit staat voor de vroegere telefooncentrales die alle klanten in een bepaalde zone bedienden, en die nu nog steeds de centrale gebouwen zijn in het netwerk van Proximus. Meer informatie is te vinden op deze pagina. |
Mbps |
Snelheden op het internet worden aangeduid in aantal bits per seconde (bps). Mbps staat voor megabit per seconde oftewel 1 miljoen bits per seconde |
Ontbundeling |
Het loskoppelen van een glasvezel naar een eindgebruiker zodat deze kan gebruikt worden door een andere operator (dan de eigenaar van de infrastructuur), die er zijn eigen apparatuur op kan aansluiten om zo een verbinding te realiseren met zijn eigen telecomnetwerk. |
Passieve toegang |
Bij passieve toegang heeft een andere operator toegang tot het netwerk van de aanbiedende operator (typisch de glasvezel naar de eindklant) op een manier dat deze volledig vrij zijn eigen apparatuur kan gebruiken. Dit in tegenstelling tot actieve toegang, zie “actieve toegang”. Meer informatie is te vinden op deze pagina. |
Point-to-multipoint (PtMP of P2MP) |
Bij point-to-multipointaansluitingen delen meerdere eindgebruikers dezelfde originele glasvezel. Meer informatie is te vinden op deze pagina. |
Point-to-point (PtP of P2P) |
Bij point-to-pointaansluitingen heeft elke eindgebruiker zijn eigen verbinding tot aan een centrale locatie. Meer informatie is te vinden op deze pagina. |
PON |
PON of Passive Optical Network is een glasvezelnetwerk met een point-to-multipointtopologie, door het gebruik van passieve apparatuur ("splitters" die geen energie vereisen) die het signaal van één glasvezel splitst over meerdere glasvezellijnen. De PON-technologie kan ook over een point-to-pointglasvezelnetwerk gebruikt worden: dan bevinden de splitters zich niet verder dan het punt waar de point-to-pointglasvezel naar de klant vertrekt. |
PoP |
Point of Presence: bij point-to-point-FTTH-glasvezelnetwerken is dit het verdeelpunt van waaruit de glasvezels naar de eindklanten vertrekken. |
Protocol |
Een protocol legt de regels vast hoe apparatuur met elkaar communiceert. Door het gebruik van protocollen kunnen toestellen van verschillende aanbieders toch goed gezamenlijk functioneren. |
QoS |
Quality of Service of dienstkwaliteit. Dit kan gaan over bepaalde types verkeer (bv. telefoongesprekken) die een hogere prioriteit krijgen dan andere, bepaalde resultaatsverbintenissen (bv. een gegarandeerde beschikbaarheid van het netwerk van X%) enz. |
Symmetrische verbinding |
Een symmetrische verbinding is een verbinding waarbij de uploadsnelheid even hoog is als de downloadsnelheid. |
Uploadsnelheid of upstreambandbreedte |
De snelheid waarmee de gebruiker gegevens in de richting van het internet verstuurt (meestal uitgedrukt in Mbps of Gbps) |
VDSL2 |
VDSL2 of Very-high-bitrate Digital Subscriber Line 2 is de technologie die Proximus nu gebruikt over zijn kopernetwerk om snelheden tot 100 Mbps aan te bieden. Het is de opvolger van VDSL en ADSL. |
VHCN |
Very High Capacity Network of netwerk met zeer hoge capaciteit is een telecomnetwerk dat (onder andere) zeer hoge snelheden mogelijk maakt. Meer informatie over wat een VHCN is, wordt gegeven op deze pagina. |
WDM |
WDM staat voor Wavelength-Division Multiplexing en houdt in dat verschillende signalen gelijktijdig verstuurd worden met een andere golflengte (of lichtkleur). |
Wholesale-only |
Wholesale-only-operatoren zijn operatoren die (passieve of actieve) toegang tot hun netwerk enkel verkopen aan andere operatoren en niet rechtstreeks aan de eindgebruikers. |
WiFi |
Een verzameling draadloos-netwerkprotocollen, meestal gebruikt voor lokaal draadloos internet. |
Lexicon
Doelgroepen :